Verpleegkundige Methodiek 1
  • Home
    • Wie zijn wij?
    • Begeleidingsmomenten
    • Oefenmomenten
    • Aanmelden expertcollege
    • Digitaal examen
  • Meth 1
    • Verpleegkundig proces >
      • Anamnese >
        • Leerdoelen Anamnese
        • Oefeningen Anamnese 1
        • Oefeningen Anamnese 2
      • Diagnose >
        • Leerdoelen Diagnose
        • Oefeningen Diagnose 1
        • Oefeningen Diagnose 2
        • Oefeningen Diagnose 3
        • Oefeningen Diagnose 4
        • Carpenito
      • Doelen >
        • Leerdoelen Doelen
      • Plannen >
        • Leerdoelen Plannen
      • Uitvoeren >
        • Leerdoelen uitvoeren
      • Evalueren >
        • Leerdoelen evalueren
      • Integratie oefeningen >
        • Integratie oefening 1
        • Integratie oefening 2
        • Integratie oefening 3 >
          • Integratie oefening 3 oplossing
        • Integratie oefening 4 >
          • Integratie oefening 4 oplossing
    • Basisprincipes >
      • Leerdoelen Basisprincipes
    • Bedden en huidintegriteit
    • Persoonlijke verzorging
    • Vitale parameters >
      • Casus materiaal
    • Transfer en lichaamshouding
    • Medicijnen toedienen
    • Incontinentie materiaal >
      • Leerdoelen Incontinentiemateriaal
    • Kleine zorgen >
      • Leerdoelen Kleine zorgen
    • Hulp bij voeding >
      • Leerdoelen Hulp bij voeding
    • Rekenvaardigheden
  • meth 2
    • Decubitus
    • Defecatie laxantia en stoma's >
      • Observatielijsten
    • Voeding en sondevoeding >
      • Vochtbalans
    • Monsterafname
    • Mictie
    • Diabeteszorg >
      • Oefening Diabetes inleiding 1
      • Oefening Diabetes inleiding 2
      • Classificatie van diabetes mellitus >
        • Oefening classificatie 1
        • Oefening classificatie 2
        • Oefening classificatie 3
      • Diagnostiek diabetes >
        • Oefening diagnostiek 1
        • Oefening diagnostiek 2
      • Behandeling diabetes >
        • Oefening behandeling 1
        • Oefening behandeling 2
        • Oefening behandeling 3
      • Complicaties diabetes >
        • Oefening complicatie 1
        • Oefening complicatie 2
        • Oefening complicatie 3
      • Sociale aspecten diabetes >
        • Oefening sociale aspecten 1
      • Praktijk
    • Fixatie
    • Transfer en lichaamshouding
    • Pijn
  • METH 3
    • Pediatrische vaardigheden >
      • stappenplan en video
    • Bloedpunctie
    • Infuustherapie en transfusie
    • pre- en postoperatieve zorgen >
      • Verzorgen en verwijderen van een drain
      • Inkorten van een drain
      • Wondspoeling en inbrengen van gaaswiek
    • Pijn
  • Meth 4
    • Chronische wondzorg - compressietherapie
    • Urinestelsel >
      • 1-malige sondage
      • Verblijfssondage
      • Suprapubische sonde
    • Positioneren >
      • Principes van N.D.T.
      • Praktijk
    • Poort- en centrale katheter
    • Palliatief/terminale zorg
  • Discussieforum
  • VHT
  • Home
    • Wie zijn wij?
    • Begeleidingsmomenten
    • Oefenmomenten
    • Aanmelden expertcollege
    • Digitaal examen
  • Meth 1
    • Verpleegkundig proces >
      • Anamnese >
        • Leerdoelen Anamnese
        • Oefeningen Anamnese 1
        • Oefeningen Anamnese 2
      • Diagnose >
        • Leerdoelen Diagnose
        • Oefeningen Diagnose 1
        • Oefeningen Diagnose 2
        • Oefeningen Diagnose 3
        • Oefeningen Diagnose 4
        • Carpenito
      • Doelen >
        • Leerdoelen Doelen
      • Plannen >
        • Leerdoelen Plannen
      • Uitvoeren >
        • Leerdoelen uitvoeren
      • Evalueren >
        • Leerdoelen evalueren
      • Integratie oefeningen >
        • Integratie oefening 1
        • Integratie oefening 2
        • Integratie oefening 3 >
          • Integratie oefening 3 oplossing
        • Integratie oefening 4 >
          • Integratie oefening 4 oplossing
    • Basisprincipes >
      • Leerdoelen Basisprincipes
    • Bedden en huidintegriteit
    • Persoonlijke verzorging
    • Vitale parameters >
      • Casus materiaal
    • Transfer en lichaamshouding
    • Medicijnen toedienen
    • Incontinentie materiaal >
      • Leerdoelen Incontinentiemateriaal
    • Kleine zorgen >
      • Leerdoelen Kleine zorgen
    • Hulp bij voeding >
      • Leerdoelen Hulp bij voeding
    • Rekenvaardigheden
  • meth 2
    • Decubitus
    • Defecatie laxantia en stoma's >
      • Observatielijsten
    • Voeding en sondevoeding >
      • Vochtbalans
    • Monsterafname
    • Mictie
    • Diabeteszorg >
      • Oefening Diabetes inleiding 1
      • Oefening Diabetes inleiding 2
      • Classificatie van diabetes mellitus >
        • Oefening classificatie 1
        • Oefening classificatie 2
        • Oefening classificatie 3
      • Diagnostiek diabetes >
        • Oefening diagnostiek 1
        • Oefening diagnostiek 2
      • Behandeling diabetes >
        • Oefening behandeling 1
        • Oefening behandeling 2
        • Oefening behandeling 3
      • Complicaties diabetes >
        • Oefening complicatie 1
        • Oefening complicatie 2
        • Oefening complicatie 3
      • Sociale aspecten diabetes >
        • Oefening sociale aspecten 1
      • Praktijk
    • Fixatie
    • Transfer en lichaamshouding
    • Pijn
  • METH 3
    • Pediatrische vaardigheden >
      • stappenplan en video
    • Bloedpunctie
    • Infuustherapie en transfusie
    • pre- en postoperatieve zorgen >
      • Verzorgen en verwijderen van een drain
      • Inkorten van een drain
      • Wondspoeling en inbrengen van gaaswiek
    • Pijn
  • Meth 4
    • Chronische wondzorg - compressietherapie
    • Urinestelsel >
      • 1-malige sondage
      • Verblijfssondage
      • Suprapubische sonde
    • Positioneren >
      • Principes van N.D.T.
      • Praktijk
    • Poort- en centrale katheter
    • Palliatief/terminale zorg
  • Discussieforum
  • VHT
Picture
Leerdoelen

Diagnose

De meeste mensen kennen het begrip ‘diagnose’ uit de medische sector. Men gaat naar de dokter, legt z’n problemen voor en na enig (onder)zoekwerk stelt de dokter zijn diagnose.

In feite doet een arts een uitspraak in de aard van:"Volgens mij is hier proces x aan de hand." Hij hangt een label op aan datgene wat er zich bij de zorgvrager afspeelt, een naamkaartje als het ware. Bij dit labelen schrijft de arts niet zomaar wat op dat naamkaartje. Hij gebruikt hiervoor termen (woorden, begrippen) die binnen de medische wereld afgesproken zijn om dat specifieke proces aan te duiden. Op die manier bekomt hij dat één ieder die binnen de sector is opgeleid, het label op een zelfde manier gaat lezen en begrijpen.
Picture

Een diagnose = …
Een uitspraak die aanduidt om welk probleem het precies gaat. Het is een label dat op een bepaald proces wordt gekleefd, waardoor éénieder die in een bepaalde discipline is opgeleid, weet wat er zich precies afspeelt.

Een zorgvrager kan beroep doen op hulpverlening omwille van 2 soorten problemen: 
  • Een gedeelte van het lichaam functioneert niet goed meer en daar moet wat aan worden gedaan: men is lichamelijk ziek en wil van de ziekte af, men heeft een breuk en wil die hersteld zien, men is psychisch ziek en wil dat hieraan verholpen wordt … Met deze problematiek gaat men naar een arts. Men noemt dit medische problemen. 
  • Medische problemen hebben hun invloed op het dagdagelijkse functioneren van een persoon: men kan niet instaan voor hygiëne, men kan zich slecht verplaatsen, wonden moeten worden verzorgd, men heeft psychische of sociale begeleiding nodig, …Dergelijke problemen noemt men verpleegkundige problemen.

Soorten problemen

Medisch probleem
Medische problemen gaan over ziektes, trauma’s, psychiatrische aandoeningen,…. Deze problemen worden door een arts gediagnosticeerd volgens de ICD-10 code (International Classification of Diseases).
Bij medische problemen is de arts verantwoordelijk voor het vaststellen en benoemen (labelen) van het probleem. Bovendien is het de arts die de behandeling moet bepalen.
Verpleegkundigen moeten de arts soms bijstaan bij de uitvoering van behandelingen. Er bestaat een hele lijst van ‘toevertrouwde medische handelingen’ die verpleegkundigen kunnen uitvoeren wanneer er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • er is een voorschrift van de arts
  • de verpleegkundige is bekwaam om de handeling uit te voeren 
  • de uitvoering gebeurt onder toezicht van de arts
Picture
Verpleegkundig probleem
Verpleegkundige problemen hebben veelal betrekking op de gevolgen van medische problemen op het normaal functioneren van een persoon in zijn omgeving. Toch kunnen ook andere oorzaken dan medische (bijvoorbeeld economische) aan de basis van verpleegkundige problemen liggen. De verpleegkundige problemen worden gelabeld tot verpleegkundige diagnoses.

Verpleegkundige problemen kunnen zich op verschillende domeinen situeren:

  • lichamelijk (fysisch)
  • psychisch (vb. angst)
  • sociaal ( vb. sociaal isolement)
  • existentieel ( vb. manier waarop men in het leven staat)

Bovendien maakt men nog een onderscheid in verschillende niveaus: van micro- tot macroniveau:

  • lichaamscellen (vb. dehydratatie)
  • weefsels (vb. aangetast mondslijmvlies)
  • lichaamsstelsels (vb. verminderde mobiliteit) 
  • persoon (angst, verdriet, pijn)
  • gezin/groep (vb. ontregeld gezinsfunctioneren) 

Bij verpleegkundige problemen is de verpleegkundige verantwoordelijk om de diagnose te stellen en een behandelplan (therapie) naar voor te schuiven. Net zoals een arts niet alle interventies zelf uitvoert, moet ook een verpleegkundige dit niet steeds zelf doen. Sommige interventies worden doorgegeven aan collega’s, verzorgenden, andere paramedici, …

De verpleegkundige blijft wel eindeverantwoordelijkheid dragen voor de behandeling van het probleem. Dat betekent dat op geregelde tijdstippen moet worden geëvalueerd of de vooropgestelde doelen zijn bereikt. Waar nodig wordt bijgestuurd.
Gezamenlijk probleem
Wanneer men met mensen werkt, is er zelden sprake van zwart/wit-verhoudingen. Naast de zuiver medische en zuiver verpleegkundige problemen bestaan er ook gezamenlijke problemen. Gezamenlijke problemen zijn complicaties van ziekte en behandeling (hypoglycaemie, thrombocytopenie, longembolie…)

Bij een gezamenlijk probleem is de arts verantwoordelijk voor de diagnose en de behandeling. De verpleegkundige observeert, rapporteert en voert de behandeling uit. De arts draagt de eindverantwoordelijkheid. De verpleegkundige heeft een deelverantwoordelijkheid om te observeren, te rapporteren, te interveniëren, … zodat het probleem onder controle kan worden gehouden.
Picture
Oefening
Picture

De verpleegkundige diagnose

Picture
Een verpleegkundige diagnose = …
Een label dat een verpleegkundige op een verpleegkundig probleem van een zorgvrager kleeft, om dat probleem éénduidig te omschrijven.
Er zijn heel wat andere, soms complexere definities van een verpleegkundige diagnose. Hieronder staat de definitie van de NANDA (North American Nursing Diagnosis Association). We ontleden ze en kijken wat ze betekent.

"Een verpleegkundige diagnose is een klinische uitspraak over de reacties van een persoon, gezin of groep op feitelijke of dreigende gezondheidsproblemen en/of levensprocessen. De verpleegkundige diagnose is de grondslag voor de keuze van verpleegkundige interventies en resultaten waarvoor de verpleeg-kundige aansprakelijk is." (L.J., 2008)
  • Een uitspraak: je geeft aan wat het probleem is, je schrijft het neer.
  • Klinisch: heeft te maken met de verpleegkundige praktijk, het primaire zorgverleningproces aan de patiënt.
  • Een diagnose is de beschrijving van een probleem van een persoon, gezin of groep. Meestal beschrijven we een probleem van een individuele persoon, maar sociaal verpleegkundigen bekijken bijvoorbeeld ook problemen van een gezin of een groep.
  • Reacties op gezondheidsproblemen of levensprocessen. Een arts behandelt ziektes of gezondheidsproblemen. De gevolgen van deze ziektes of gezondheidsproblemen voor het normale functioneren in het dagelijkse leven zijn de domeinen waarop verpleegkundige interveniëren. Deze gevolgen kunnen zowel voorkomen op fysisch, psychisch, sociaal als existentieel vlak.
  • Verpleegkundige diagnosen zijn de grondslag voor de verpleegkundige interventies: Eerst moet je denken, dan pas ga je doen! Als je eerst bedenkt wat het probleem is, kan je op een meer cliëntgerichte manier interventies uitvoeren.
  • Bij een verpleegkundige diagnose kan je zelf aansprakelijk zijn. Verpleegkundige diagnosen zijn problemen die de verpleegkundige zelf kan aanpakken en waar ze zelf verantwoordelijkheid voor draagt.
Belang van een verpleegkundige diagnose
Door middel van diagnosen kan men de zorg afstemmen op het individu. Verpleegkundige diagnosen richten de aandacht op de individuele behoeften van de cliënt die anders over het hoofd gezien worden.
  • Verpleegkundige diagnosen zijn een effectief middel om te communiceren met collega's en andere beroepsgroepen.
  • Verpleegkundige diagnosen laten je ook gerichter observeren.
  • Verpleegkundige diagnosen bevorderen de continuïteit van de zorg.
  • Verpleegkundige diagnosen dragen bij tot de professionalisering van de beroepsgroep.
Structuur van een verpleegkundige diagnose
Verpleegkundige diagnostiek is als het ware een taal waarmee verpleegkundigen met elkaar kunnen communiceren. Zoals in elke taal, gelden er ook voor de taal van de verpleegkundige diagnostiek een aantal vormelijke regels.
Een verpleegkundige diagnose wordt in een vaste vorm beschreven: de PES-structuur.

Picture
Oefening
Picture

Aard van het probleem

In de verpleegkundige diagnostiek maakt men een onderscheid in 3 soorten verpleegkundige problemen:
  • actuele problemen
  • risico – problemen
  • mogelijke problemen
Actueel probleem
Het probleem is duidelijk aanwezig. Men ziet symptomen. Men stelt zich tot doel om het probleem op te lossen of te verlichten.
Het probleem wordt voorgesteld door de P, E en S.
P: decubitus
E: cliënt kan niet draaien, verkeert in slechte voedingstoestand
S: roodheid van de huid op de stuit, ontveld plekje van 1 cm diameter
Risico - probleem
Het probleem is nog niet aanwezig, maar er is een verhoogd risico om een probleem te ontwikkelen. Je ziet nog geen symptomen. Er zijn alleen risicofactoren. Als je niets doet, zal het probleem wel komen. Dit kan trouwens zéér snel evolueren. Men stelt zich tot doel om het probleem te voorkomen (preventie) of vroegtijdig te onderkennen.
Het probleem wordt voorgesteld door de P en de E. De formulering gebeurt als: "risico op …"
P: risico op ondervoeding
E: De cliënt kan moeilijk eten door een slecht onderhouden gebit.
    Ten gevolge van beginnende dementie beseft de cliënt niet dat goed eten belangrijk is.
S: /
Mogelijk probleem
Er is een vermoeden van een bepaald probleem, maar je bent nog niet zeker. Bijkomende gegevens zijn nodig om te bevestigen of het inderdaad om een probleem gaat.
Het doel bij dit probleem ligt primair bij de verzameling van extra, relevante gegevens zodat je een diagnose kan stellen of uitsluiten.
Mogelijke problemen worden geformuleerd om te voorkomen dat een belangrijke diagnose over het hoofd wordt gezien of om te vermijden dat je verkeerdelijk al een probleem aangeeft op grond van onvoldoende gegevens.
Het probleem wordt voorgesteld door de P en de S. De formulering gebeurt als: "mogelijk probleem:"
P: Mogelijk probleem: machteloosheid
E: / (Nog geen oorzaken bekend)
S: De familie laat weten dat de cliënt "laat hangen" en soms kwaad wordt omdat hij zichzelf niet meer kan verzorgen.
    Verder zijn er nog geen symptomen waargenomen.
Picture
Oefening
Picture
Picture
Casus oefening

Hulpmiddelen bij het stellen van een verpleegkundige diagnose

Verpleegdiagnoses formuleren is niet steeds eenvoudig. In de U.S.A. is er een commissie die standaardverpleegdiagnoses uitwerkt: de NANDA (North American Nursing Diagnosis Association).

De door de NANDA aanvaarde diagnoses worden gepubliceerd door een aantal auteurs. Gordon en Carpenito zijn er enkele van. Het Zakboek verpleegkundige diagnosen van Carpenito wordt gebruikt als naslagwerk bij deze cursus. Hoe dit boek moet worden gebruikt, vind je als je klikt op de cover van het boek.
Foto
Website by Debbie Martens commissioned by Thomas More